overprikkeld, prikkelend...
Digitaal zoekend naar uitleg over bovenstaande begrippen stuit ik in een ommezwaai op de site van Hersenletsel.nl, de vereniging voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel en hun naasten, zo noemen ze zich. (Opvallend vind ik dat er over patiënten wordt gesproken en niet over mensen, dat terzijde)
Er verschijnt een kop:
‘6 prikkelarme uitjes in Nederland voor mensen (gelukkig!!) met niet-aangeboren hersenletsel’. Vervolgens wordt, inclusief uitleg, het rijtje van zes prikkelarme activiteiten opgesomd:
- Varen in een fluisterboot
- Bloemen of fruit plukken in een pluktuin
- Wandelen op de hoge Veluwe
- Bezoek een prikkelarme bioscoopvoorstelling
- Sprookjesbos in de Efteling
- Op safari door de Beekse Bergen
Het artikel vult haar info verder aan met ‘5 Prikkelarme dagjes in Nederland’:Blotevoeten pad, OERRR speelbossen, Botanische tuinen, Rijksmuseum en als klap op de vuurpijl.. het Avonturenpark Hellendoorn.
Ik laat het internet voor wat het is. Mijn geprikkelde gedachtes over al die prikkelarme ideeën laat ik graag achterwege, mijn column zou er onleesbaar door worden.
Waarom ik me er in verdiep is omdat je er in de NAH-wereld nog net niet dood mee wordt gegooid, met de begrippen ‘prikkelarm’ en ‘overprikkeling’.
Het begon al op de eerste dag van het NAH bij mijn Lief. Hij lag volledig voor pampus aan slangen en apparaten op de Neurolenie IC van het ziekenhuis in Bernhoven. Wakend aan zijn bed zag ik mijn Lief met het uur onrustiger worden. Met zijn ‘goede’ hand zoekend naar, wat later bleek, zijn telefoon. Hij wist me uiteindelijk duidelijk te maken dat hij, zoals hij gewend was te doen ver voor zijn hersenletsel, via zijn telefoon inclusief oordopjes, naar rockmuziek wilde luisteren. Verre van prikkelarm en daarom door de verpleging vaak afgezet. Mijn motivatie, dat ik ervan overtuigd was dat mijn Lief zelf altijd al het beste wist wat goed voor hem was, staakte hun pogingen. In dank werd het hele circus rondom gebruik mobiele telefoon me niet afgenomen.
Tot op de dag van vandaag valt mijn Lief, meestal meerdere keren per dag, in slaap met een hoop ‘herrie’ op zijn prachtige NAH-hoofd. Ik ben er van overtuigd dat hij door al die stimulans richting zijn brein vanaf het eerste uur ‘beter’ uit de NAH-strijd is gekomen. Aan de neuroloog heb ik voorgesteld om de therapie vanaf het eerste uur, bij mensen met NAH, aan te passen. ‘Stimulatie’ cq Prikkelen lijkt het toverwoord.
(Ps In het verre oosten krijgt iedereen die met NAH in een ziekenhuis wordt opgenomen, vanaf het eerste uur acupunctuur. In vergelijking met het westerse schijnt het zo te zijn dat er daar minder ernstige restverschijnselen bij mensen worden geconstateerd!)
Bij mij gebeurt het omgekeerde, ik word agressief als ik onder aan de trap een snurkend NAH-manspersoon hoor waar boven uit en door zijn oordoppen heen, ook nog eens harde rock muziek te horen is. Die ‘agressiviteit’ heeft overigens meerdere oorzaken… waaronder het fenomeen van initiatief nemen, ook zo’n beladen en bekend begrip in de NAH-wereld. Dat heeft dan weer met motivatie te maken, daarover een andere keer.
Een andere reden dat ik me in ‘prikkelarm’ verdiep is het totale gebruik van mobiele telefoons:Mijn Lief kan niet meer zonder. Er is discussie over het verbieden ervan bij kinderen tot een bepaalde leeftijd omdat het juist hersenbeschadiging zou opleveren. En... ikzelf word van al die binnenkomende appjes en oproepen op allerlei momenten tot laat in de avond, stapelgek. Ook de verwachting dat iedereen altijd bereikbaar is of ‘moet’ zijn. Of zal reageren?!
Ik heb geen NAH, ben op geen enkel gebied patiënt, wel mens en wel sterk overprikkeld en mijn telefoon is mede oorzaak. ‘Uitzetten die hap’, hoor ik roepen maar als een niet-samenwonende-mantelzorger van een Lief met NAH is dat geen optie. Ook niet 's nachts.
Mijn haat-liefde verhouding met een mobieltje begon 23 jaar geleden. Er waren toen best al wat mensen in het rijke bezit van zo’n ding. Ikzelf probeerde zo lang mogelijk zonder, hield voet bij stuk dat ik dat niet nodig had. Totdat mijn oudste kleinkind, toen 2 jaar jong, zeer ernstig ziek werd en in de VU in Amsterdam zowat woonde, en ik ook. Mijn middelste kind wist me toen over te halen. Nu kon ik echt niet meer zonder, zei hij. En hij gaf mij er een cadeau….
Ik vraag me vandaag af: Waar staan we met zijn allen, inclusief de mobiele telefoons, over nog eens 23 jaar? Misschien maak ik het nog net mee… ben reuze benieuwd.
Ps
Mij even niet appen...
Afz. Truike