Sinds mijn herseninfarct in 2019 heb ik regelmatig last van mijn blaas en van Stien (mijn buikwand katheter). Een week voor de feestdagen voel ik een blaasontsteking opkomen. Shit, niet dit weer! Via de huisarts krijg ik een lichte antibiotica kuur. De apothekersassistente: “Deze met melk of yoghurt innemen”. “Oké, zal ik doen”.
Met paracetamol in mijn lichaam kom ik mijn spreekuur op het werk door. De pijn blijft. De huisarts vraagt om een potje urine voor de kweek in ruil daarvoor mag ik een zwaardere kuur halen. “Ja, dat kan meteen”. De apothekersassistente: “Deze niet met melk innemen, ook niet met koffiemelk”. “Oké, zal ik doen”. Als ik naar buiten loop zie ik bejaarden met zakken vol pillen om me heen lopen. De apotheek gaat staken, tsja dan moet je inslaan.
Thuis plof ik op de bank. Ik heb geen zin in kerstmarkten, de ijsbaan of Wunderbar in het dorp. Ik zit op de bank en kijk dom voor me uit. De tijd kruipt langzaam voorbij. Voor de TV merk ik dat ik niets meer hoor. Shit, zitten mijn oren verstopt? Koen zet de ondertiteling aan om mijn verdere frustratie te voorkomen. Het is maandag mijn eerste vakantiedag. Als ik opsta hoor ik nog steeds niets, ook al heb ik mijn hoorapparaten in. Wat is hier aan de hand? Moet ik naar de huisarts, oren uitspuiten? Eerst maar naar de hoorwinkel, die is gelukkig open. Na een schoonmaakbeurt in de hoorwinkel doen ze het weer. Met zwarte koffie (nee, ik mag geen koffiemelk) zit ik in een te donkere keuken. De kerstlichtjes in de kamer vrolijken me niet op. Mijn man kijkt me aan. "Ik heb het even niet allemaal op een rij" hoor ik mezelf mompelen.
Ik ga vroeg naar bed omdat ik me moe voel. In bed lig ik te draaien en kan niet slapen. Ik besluit stil te staan bij mijn gevoel. Wat is er met mij aan de hand? Ik denk aan het poppetje met de fakkel dat collega’s bij de intervisie voor me hebben uitgekozen. In mijn werk ben ik een strijder, gewapend met vuur en beschermschild. Het heeft me de afgelopen tijd veel energie gekost om te strijden binnen de GGZ wereld. De meest kwetsbare mensen worden door de zorg in de steek gelaten. “Nee, we kunnen deze patiënt niet helpen, hij moet eerst een stabieler leven hebben, met een eigen voordeur.” ”Ja, die mevrouw kan een ziekenhuisbed krijgen, maar ja dat wil ze niet. Ze wil een tweepersoonsbed, dus ja, nu slaapt ze nog steeds op de grond.” Ik blijf naast hen staan om samen met de fakkel in mijn hand te zoeken naar lichtpuntjes van hoop. Hetzelfde geldt voor iedereen die ik ontmoet in de hersenletsel wereld. Samen blijven we strijden voor erkenning en herstel. Het lucht op om mezelf beter te begrijpen. Geen wonder dat ik moe ben.
Ik besluit dat het tijd is om met mijn fakkel de kaarsen in huis aan te steken. Mijn telefoon uit te zetten en met mijn gezin met glühwein en worstenbroodjes onder de kerstboom te gaan zitten. O ja, als ik ook de raket mag aansteken dat Poetin naar de maan vliegt, dan ben ik blij.
Proost!