Van nature ben ik een optimist, zie overal het positieve in of het goede in de mensen. Deze keer stel ik mezelf heel kwetsbaar op en laat ik een andere kant zien.
Want ik heb ook wel eens zo’n dag, wanneer ik het even niet zie zitten. Dan ben ik het beu om door te zetten, te vechten voor mijn energie. Ik ben dan zo verschrikkelijk moe, verdrietig en dan denk ik aan vroeger… Wat ik als kind al zei als ik zomaar vanuit het niets kon gaan huilen. “Ik kan er niks aan doen, mijn huil is los.” Het verdriet heeft soms ook aandacht nodig. Zo’n dag kan voorkomen als we gewoon lekker – weer – op vakantie zijn. Terwijl ik het heel erg fijn heb en geniet van de tijd samen en de dingen om mij heen.
Ik wíl graag oppassen op de kleinkinderen, met z’n allen tegelijk samen zijn, een hele dag dingen ondernemen zonder te hoeven slapen tussendoor. Dat ik gewoon mijn werk nog kon doen enz. Ik wíl graag dat ik ‘normaal’ kan leven, me niet hoef aan te passen. Dat schat zich niet aan hoeft te passen en iedereen om mij heen. Daar kan ik behoorlijk tegenaan schoppen.
Maar soms voel ik me weer het kleine meisje die zich gekoesterd en beschermd wil voelen. Dat ik voel dat alles weer goed komt, dat ik het niet alleen hoef te doen en dat ik goed genoeg ben. Dat ik vastgehouden word en gewoon mezelf mag zijn.
En ik wéét dat ik het niet alleen hoef te doen, maar samen met mijn schat. Dat ik goed genoeg ben, dat ik beschermd en gekoesterd word, dat ik mijn nieuwe zelf mag zijn. Verstand en gevoel werken niet altijd lekker samen.
Maar dan realiseer ik me dat het eigenlijk maar een klein moment is in plaats van een dag dat ik me zo verdrietig voel. Gelukkig gebeurd het niet vaak.
Ik geniet intens van de momenten dat we samen zijn met de kinderen, kleinkinderen, familie en vrienden. Ik voel me rijk met de mensen om me heen en begin steeds meer een weg te vinden hoe het voor ons het beste werkt.
Zie je wel. Uiteindelijk komt het goed.